Deel dit verhaal
Mia en Stijn hadden geluk. Dachten ze. De twintigers wilden al een tijdje uit hun te dure huurhuis. Maar ja, de huizenmarkt ziet er niet echt rooskleurig uit voor starters. Toch bleven ze zoeken en proberen. En toen ineens lukte het. Ze wisten hun droomwoning in een nieuwbouwproject op de kop te tikken. Een prachtig hoekhuis, met een tuin op het zuiden en genoeg ruimte om een gezin in te stichten, wat ze allebei zo graag wilden. Niet goedkoop natuurlijk, maar elke cent waard. Om dubbele lasten tijdens de bouw te voorkomen, besloten ze bij Stijns ouders te gaan wonen. Niet ideaal, maar het ging maar om een paar maanden dus dat zouden ze wel uithouden. Inmiddels wonen ze er al bijna twee jaar.
Twee jaar geleden hadden ze nog nooit gehoord van de rugstreeppad. Maar nu kennen ze het beestje maar al te goed. Dit dier dankt zijn naam aan de markante gele streep die over zijn hele rug loopt. Maar Mia en Stijn kennen hem niet van zijn opvallende uiterlijk. Nee, deze pad heeft een andere eigenschap die het leven van het jonge stel overhoopgooide: hij is in staat om hele bouwprojecten stil te leggen.
Al dat gedoe vanwege een pád?!
De rugstreeppad is een beschermde diersoort. Het is daarom niet toegestaan om te bouwen in het leefgebied van dit diertje. Had de aannemer hier dan geen rekening mee gehouden? Jawel, verzekerde hij de teleurgestelde Mia via de mail. Ze hadden van tevoren de bouwplaats laten onderzoeken. Er waren geen rugstreeppadden aangetroffen. Helemaal geen beschermde dieren zelfs. Alle seinen stonden op groen.
Maar kort nadat ze de grond bouwrijp hadden gemaakt, stond er ineens een inspecteur van de omgevingsdienst op de stoep. Ze hadden een tip gekregen dat er toch rugstreeppadden op het terrein leefden. Na een controle bleek dat ook zo te zijn. En nu heeft de aannemer ontheffing op de Wet natuurbescherming nodig. Vervolgens moet hij zorgen dat de padden in het gebied ergens anders terechtkomen. Een traject dat zeker maanden duurt. Misschien wel een jaar. Al die tijd moeten Stijn en Mia bij zijn ouders blijven wonen. Hele lieve mensen hoor, daar niet van. Maar toch, al dat gedoe vanwege een pád?!
Mensen zeggen weleens: het is maar een vogeltje, wat maakt het uit? Dan probeer je ze uit te leggen waarom het belangrijk is.
Annemieke
Je kunt het niet iedereen naar de zin maken
Bioloog Annemieke Podt had de inspecteur uit het verhaal hierboven kunnen zijn. Zij is inspecteur Wet natuurbescherming bij OZHZ en ziet de teleurstelling bij stilgelegde bouwprojecten geregeld van dichtbij. “Mensen zeggen weleens: het is maar een vogeltje, wat maakt het uit? Dan probeer je ze uit te leggen waarom het belangrijk is en dat het daarom ook is vastgelegd in de Wet natuurbescherming. Maar dan nog, sommige mensen zijn nou eenmaal niet zo’n natuurliefhebber. Als toezichthouder en handhaver kun je het niet iedereen naar de zin maken.”
Gelukkig weet Annemieke hoe die teleurstelling voorkomen kan worden. Namelijk door een goed ecologisch onderzoek te laten doen, nog voordat je gaat bouwen of verbouwen. “Het is belangrijk om aan het begin van het bouwproject een goed ecologisch adviesbureau in te schakelen. Die onderzoekt voor jou of er beschermde diersoorten leven op de plek waar je wilt bouwen of verbouwen. Vervolgens krijg je een concreet advies over hoe je ermee om moet gaan. Worden er beschermde soorten en hun verblijfplaatsen aangetroffen? Dan is vaak ontheffing op de Wet natuurbescherming nodig om het project uit te mogen voeren. Met de rapportages van het ecologisch adviesbureau kun je zo’n ontheffing aanvragen bij de Omgevingsdienst Haaglanden, die namens onze provincie de ontheffingen afgeeft. In de ontheffing staan voorschriften over hoe je het project moet uitvoeren. In het geval van de rugstreeppad moet je volgens die voorschriften bijvoorbeeld de bouwplaats afschermen en emmers plaatsen, zodat je de padden kan vangen en verplaatsen. Je verhuist de dieren dan naar een ander geschikt leefgebied, dat je soms zelf moet aanleggen. En het scherm om de bouwplaats voorkomt dat de padden terugkeren.”
Is vertraging wel echt te voorkomen?
Een goede voorbereiding is dus erg belangrijk. Maar is vertraging daarmee echt te voorkomen? Het verhaal van Mia en Stijn is fictief, maar wel uit het leven gegrepen. In Nieuw-Lekkerland werd in 2019 de bouw van een woonwijk stilgelegd vanwege de aanwezigheid van de rugstreeppad. En dat terwijl er van tevoren twee controles waren gedaan en geen padden werden gevonden. Hoe kan dat?
“Ik weet natuurlijk niet hoe dat daar is gegaan,” begint Annemieke haar antwoord, “maar ook zulke situaties zijn te voorkomen. Op bouwplaatsen liggen vaak grote bergen zand. Die zijn aantrekkelijk voor de rugstreeppad. Ze worden er bijna naartoe gelókt. Daarom is het van belang om het ecologisch onderzoek niet alleen op de bouwlocatie te doen, maar ook in de omgeving ervan. Als je weet dat daar de rugstreeppad wél zit, kun je je bouwlocatie afschermen en zo voorkomen dat ze naar jouw bouwplaats toe komen. Het is dan wel van belang dat je het scherm regelmatig controleert op kieren en gaten.”
Meer woonplekken voor dieren
De rugstreeppad kun je dus verplaatsen en buiten de deur houden. Maar andere beschermde dieren, zoals bepaalde vogels of vleermuizen houd je niet zo makkelijk tegen. Hoe kun je bouwen en tegelijk rekening houden met het behoud van deze soorten? “Neem de huismus, de gierzwaluw en de vleermuis. Dat zijn dieren die graag nestelen of verblijven in kleine open ruimtes en kieren van huizen. Onder de dakpannen of in de spouwmuur bijvoorbeeld. Stel je maakt die ruimtes met nesten of verblijfplaatsen bij renovatie dicht. Of je sloopt gebouwen en zet nieuwbouw neer zonder zulke kieren. Dan zijn die beestjes hun huis kwijt en dat is niet goed voor het behouden van de soort en de biodiversiteit.
Ook in deze gevallen is een ontheffing op de Wet natuurbescherming noodzakelijk. Om deze soorten toch te behouden moet je nieuwe woonplekken voor ze creëren. Denk aan het ophangen of inbouwen van nestkasten of vleermuiskasten. Het is ook gebruikelijk om te zorgen dat er in de nieuwe situatie meer woonplekken zijn voor de dieren, dan in de oude situatie. En ook los van wettelijke verplichtingen is het goed om de natuur te helpen door kasten voor dieren in te bouwen. ‘Natuurinclusief bouwen’ noemen we dat.”
Veel woningcorporaties zijn tegenwoordig goed op de hoogte hoe ze zoiets moeten aanpakken.
Annemieke
Duurder dan de hele verbouwing
Huiskopers zoals Stijn en Mia zijn dus afhankelijk van een aannemer die zijn werk goed doet. Als dat niet goed gaat, dan zit er niets anders op dan te wachten. Gelukkig ziet Annemieke dat het steeds vaker wel goed wordt aangepakt. “Veel woningcorporaties zijn tegenwoordig goed op de hoogte van de Wet natuurbescherming. Zij weten dat ze zich goed moeten laten begeleiden door een ecologisch adviesbureau en een ontheffing moeten aanvragen als beschermde soorten aanwezig zijn. Als ze dat doen, kan er in veruit de meeste gevallen gewoon gebouwd of gerenoveerd worden.”
Toch dreigt er een groep buiten de boot te vallen: particuliere huisbezitters die willen bouwen of verbouwen. Stel dat je wil verduurzamen met spouwmuurisolatie en er zitten vleesmuisverblijfplaatsen in je spouwmuur? Of je uitbouw gaat ten koste van gierzwaluwnesten? In zulke gevallen is er wel een echt dilemma, ziet ook Annemieke. “Het kost makkelijk een paar duizend euro om een ecologisch adviesbureau aan het werk te zetten en ontheffing aan te vragen. Voor de meeste mensen een kostenpost die op zichzelf al duurder is dan de hele verbouwing. Dat is een dilemma waar we in Nederland nog niet de ideale uitkomst voor hebben bedacht.”