Deel dit verhaal
…Je stapt soepel over een plasje water, dat er nog ligt door een enorm stortbui van een kwartier geleden. In de schaduw van de grote boom voor je huis trek je de stekker van je elektrische auto los. Snel stap je in en zegt: “Oke Google, naar kantoor”. Automatisch draait het voertuig de weg op. Intussen verschijnen de gezichten van je collega’s op de voorruit. Tijd voor je eerste videovergadering van de dag.
Limburgse situaties
Of zo de toekomst eruitziet, dat weten we niet. Maar sommige dingen weten we wel zeker. We krijgen sowieso te maken met extreem hoge temperaturen en grote hoeveelheden water. We zien het nu al, zoals de overstromingen in Limburg in de zomer van 2021. Een jaar eerder stonden de straten van Dordrecht en Zwijndrecht ook al blank. Dit betekent dat we onze woonomgeving zullen moeten aanpassen. Hoe? Dat vroegen we aan Patricia Kramers, adviseur Duurzaamheid bij OZHZ en Bart Mol, strategisch adviseur bij Waterschap Hollandse Delta.
Kunnen we bij ons ook echt ‘Limburgse situaties’ verwachten?
Bart: “In bijna iedere stedelijke omgeving ontstaat wateroverlast als er zo’n bui valt. Er is bij de aanleg van de riolering nu eenmaal geen rekening gehouden met zulke buien. En we kunnen niet nu ineens de rioleringsbuizen vervangen voor enorme buizen die deze hoeveelheden water wel aankunnen. Dus we zullen het in andere oplossingen moeten zoeken. Veel meer boven de grond.”
Waarom kunnen we de riolen niet gewoon groter maken eigenlijk?
Patricia: “Die ruimte is er gewoon niet in de ondergrond. Naast het afvoeren van water, hebben we de ruimte nodig voor allerlei andere klimaatmaatregelen. Denk aan het aanleggen van warmtenetten, de stads/blokverwarming. En we moeten onze elektriciteitsnetten aanpassen, omdat we allemaal zonnepanelen en elektrisch vervoer willen.”
Door juist lichtere, reflecterende kleuren te gebruiken kun je de hittestress verminderen. Bij nieuwbouw kun je kijken naar een optimale winddoorstroming in de wijk.
Patricia
Extreem hoge temperaturen
“Ook krijgen we door de klimaatverandering steeds meer te maken met extreem hoge temperaturen. Hittestress noemen we dat ook wel. Om daarmee om te gaan willen we onze gebieden ook gaan vergroenen. Dat betekent dat er in de ondergrond ruimte gemaakt moet worden voor boomwortels. Vaak zijn die ondergronds net zo groot als de takken bovengronds. We moeten zorgen dat die geen schade maken aan de kabels en leidingen en dat de bestrating niet omhoog gedrukt wordt. Dat is een hele puzzel, zo alles bij elkaar.”
Hittestress is zeker in stedelijk gebied een uitdaging. Wat kunnen we doen om daarmee beter om te gaan?
Patricia: “Dan moet je denken aan groene gevels en groene daken. En aan de kleuren die gebruikt worden. Vaak zijn betontegels zwart of grijs, dat houdt de warmte vast. Door juist lichtere, reflecterende kleuren te gebruiken kun je de hittestress verminderen. Bij nieuwbouw kun je kijken naar een optimale winddoorstroming in de wijk. Dus hoe zet je de woningen zo neer dat de wind er goed tussendoor kan waaien? Ook met een vijver of fontein kun je hittestress verminderen.”
Je kunt als bewoner subsidie aanvragen als je in je omgeving aanpassingen wil doen om de gevolgen van de klimaatverandering beter aan te kunnen.
Bart
Klimaatadaptief bouwen
Voor nieuwbouw is er sinds 2018 het convenant Klimaatadaptief Bouwen in Zuid-Holland. Allerlei partijen hebben het ondertekend, zoals bouwbedrijven, overheden en maatschappelijke organisaties. In het convenant staan de eisen waaraan de woonwijk van de toekomst moet voldoen. Om wateroverlast tegen te gaan is er bijvoorbeeld de eis dat bij een hevige bui minimaal 50 millimeter wordt opgevangen op het eigen terrein van de bewoners. Dus in de voor- of achtertuin. Een ander voorbeeld is dat op plekken waar mensen langer buiten blijven, minimaal 50% schaduw is. Bijvoorbeeld in een voetgangersgebied of een parkje. Zo krijgen we woonwijken die om kunnen gaan met extreme neerslag, hitte, droogte en bodemdaling. Die manier van bouwen heet ook wel ‘klimaatadaptief bouwen’. Met dit convenant wil de provincie Zuid-Holland landelijk vooroplopen op het gebied van nieuwbouw .
Ook Waterschap Hollandse Delta is een van 64 ondertekenaars. Maar Bart zou liever nog een stap verder gaan: “Het zou goed zijn als er landelijke regelgeving komt voor klimaatadaptief bouwen. Dat zou iedereen een stuk meer duidelijkheid geven. Nu is het zo dat alle belangen van het waterschap, de gemeente, het bouwbedrijf en de bewoners tegen elkaar afgewogen moeten worden. Zonder duidelijke, strakke richtlijnen. En om echt verder te komen hiermee, zouden die landelijk opgesteld moeten worden. Vind ik.”
Maar moeten we dit allemaal van de overheid verwachten of kunnen we zelf nog iets doen?
Patricia: “Mensen kijken vaak naar de gemeente. Maar gemeente en waterschappen hebben bij elkaar maar zo’n 40% van het gebied in eigen beheer. 60% is dus vaak van de bewoners zelf.”
Bart: “Inderdaad, de overheid kan dit niet alleen. Hier hebben we iedereen bij nodig. Iedere ondernemer, iedere burger moet zich bewust zijn van de gevolgen van de klimaatverandering en erover nadenken wat ze zelf kunnen doen. Daarom hebben we bij waterschap Hollandse Delta een stimuleringsregeling. Je kunt als bewoner subsidie aanvragen als je in je omgeving aanpassingen wil doen om de gevolgen van de klimaatverandering beter aan te kunnen. Bijvoorbeeld dat je de tegels uit je tuin haalt of ze vervangt voor waterdoorlatende tegels. Of je legt een groen dak aan. Of je vangt het regenwater op, op je eigen grond. Mensen kunnen daarvoor een deel van de kosten terugkrijgen als subsidie. De regeling voor 2021 werkt goed. Door de grote vraag, hebben we zelfs extra budget vrijgemaakt en komt er in 2022 weer een nieuwe subsidie.
Flinke stappen maken
Iedereen is dus nodig, maar nog lang niet iedereen is zich daarvan bewust.
“Klopt, we zijn daarom druk bezig om zoveel mogelijk mensen bewust te maken. Dit interview helpt daar hopelijk ook goed aan mee,” grapt Bart. Patricia vult hem aan: “Klopt, en we richten ons niet alleen op bewoners en ondernemers, ook op onze collega’s. Het moet niet bij één iemand blijven die met klimaatadaptatie bezig is. Al onze collega’s moeten er over meedenken. Ook al schrijf je maar een klein stukje in bijvoorbeeld de omgevingsvisie. Het is belangrijk dat je daarbij nadenkt over het thema klimaatadaptatie. En dat dan ook meeneemt in die omgevingsvisie. Ik geloof dat als wij bij OZHZ allemaal een heel klein stukje klimaatadaptatie kunnen meenemen in ons dagelijks werk, we al snel een stuk verder kunnen komen.”
Bart: “Ja, samenwerken is nu heel erg belangrijk. We zijn daarom nu met meerdere regio’s bezig met een uitvoeringsagenda. Bijvoorbeeld met de regio Drechtsteden. Daarop staan allemaal concrete acties om uiteindelijk te komen tot een klimaatadaptief Drechtsteden in 2050. En als we dat allemaal ondertekend hebben en we hebben duidelijk voor ogen hoe we dat gaan organiseren, dan kunnen we flinke stappen gaan maken.”