Controles bij veehouderijen op bodembeschermende voorzieningen

‘Agrariërs mogen niet zomaar hun dieren op de bodem houden. Daarvoor moet een bepaald soort vloer aanwezig zijn, om de kwaliteit van de bodem te behouden. En om het grond- en oppervlaktewater te beschermen. Er gelden ook regels voor het opslaan van kuilvoer en mest. Boeren moeten aan deze eisen voldoen. Dáár controleren wij op.’

We controleerden dit jaar 85 veehouderijen. Uit deze controles bleek dat het naleven van de richtlijnen voor veel van deze bedrijven niet vanzelfsprekend is. De wet- en regelgeving is de laatste jaren veranderd en het is aan de agrariërs zelf om dit in de gaten te houden. Degenen die de regels overtreden, waarschuwen we meestal. Naast waarschuwingen, lopen er meerdere handhavingstrajecten bij agrariërs in de regio.

Naast bodembeschermende voorzieningen, zijn bij agrariërs vaak dieseltanks aanwezig om hun machines te tanken. En werken ze vaak met twee soorten mest. Vaste mest dat op een mestplaat wordt opgeslagen. Of drijfmest (koeienvlaai) dat vaak in een mestkelder wordt opgeslagen. We controleren of dit aan de eisen voldoet. Brandveiligheid in de stallen nemen we ook mee in de controle. Zo controleren we op stofvorming op elektrische installaties in de stal. En checken we of de deuren van de stallen niet geblokkeerd zijn, zodat dieren makkelijk weg kunnen als er brand uitbreekt. Ook checken we of brandblussers gekeurd zijn.

De bodembeschermende voorzieningen bij veehouderijen zijn een punt van aandacht, het is namelijk niet altijd in orde. Door scherp toezicht te houden op deze controles én de manier waarop bepaalde stoffen worden opgeslagen, proberen onze inspecteurs bodem en waterverontreinigingen bij agrariërs zoveel mogelijk te voorkomen. Deze controles voeren we samen met ketenpartners uit. Bijvoorbeeld met het waterschap. Als mest niet goed is opgeslagen, kan er vloeistof uit deze mest in het oppervlaktewater terecht komen. Het waterschap controleert hierop.

Als boeren voer of mest niet goed opslaan, dan kan dit invloed hebben op de bodemkwaliteit. Maar ook op het grond- en oppervlaktewater. Het gaat dan om de concentratie van de stoffen die te hoog worden in de bodem, wat de bodemkwaliteit kan beschadigen. Dat willen we voorkomen. Dáárom is er regelgeving. Stankoverlast is ook een punt van aandacht. Daarover zijn regels in het omgevingsplan opgenomen. Bijvoorbeeld over de afstand tussen de opslag van mest en woningen.