Droogte

Door de klimaatverandering valt er minder vaak regen dan normaal en verdampt het water juist meer dan normaal. Hierdoor ontstaan droge zomers. De gevolgen hiervan zijn vooral het ontstaan van watertekorten en een hoger risico op bosbrand.

Maatregelen tegen droogte

Om de gevolgen van droge zomers te voorkomen, kunnen we het watersysteem anders inrichten. Zodat water langer wordt vastgehouden. Ook kunnen we verharding vervangen door groen, water dat valt tijdens natte seizoenen opslaan in waterreservoirs en water zoveel mogelijk hergebruiken.

De bodem in Nederland daalt

Droogte versnelt het proces van bodemdaling bij klei- en veengronden. Als er een periode heel weinig regen valt, verdampt er veel water via planten. De plantenwortels kunnen de grond dan sterk uitdrogen. Uitdrogen kan ook gebeuren door ontwatering. Als klei- of veengrond uitdroogt, wordt de grond samengedrukt. Dat proces noemen we ‘krimp’. Een deel hiervan kan weer zwellen en een deel blijft samengedrukt. Dat laatste deel heet ‘klink’. Door de bodemdalingen is er een groter risico op overstromingen, omdat het water niet meer in de bodem opgenomen kan worden. Dit zorgt voor meer kans op schade aan huizen, wegen, bruggen en riolering en bodemdaling kan verzilting versterken.