Controles in de glastuinbouw; de rol van OZHZ
Glastuinbouw is een vorm van beschermde teelt waarbij een kas wordt gebruikt. Het glas zorgt ervoor dat de buitenlucht niet binnenkomt, zodat de lucht (controleerbaar) in de kas blijft. OZHZ voert controles uit in deze branche. Waar letten we op? Met wie werken we samen? En wat komen we zoal tegen? Dát lees je dit nieuwsbericht!
Controles; van gevaarlijke stoffen tot koelcellen
De glastuinbouw is een interessante branche. Zo valt deze branche in een apart kader binnen het Besluit Activiteiten Leefomgeving (BAL). Het is belangrijk om te controleren of deze branche aan de regels voldoet. Een toezichthouder vertelt: ‘’Waar letten we nu op tijdens een controle? Denk aan de opslag van gevaarlijke stoffen, zoals brandbare stoffen en kunstmeststoffen. Maar ook stookinstallaties. We controleren de koelcellen, warmtekrachtkoppelingen (zoals de brandstoftoevoerleiding en SCIOS-keuringen van de branders) en overige installaties, zoals heaters. Denk ook aan een PGS 9 tank (bijv. een CO2 tank), huishoudolietank óf dieseltank. Voldoet alles aan de norm?’’
Gewasbeschermingsmiddelen en nog véél meer
Er is heel wat nodig om gewassen te laten groeien in een kas. Denk aan FOG- of LVM machines om je pand te stomen, tot middelen om je gewas in bescherming te zetten. Van spuitkarren om gewassen te verzorgen tot aan signaaltoezicht gelet op gewasbeschermingsmiddelen. ‘’Als wij iets tegenkomen wat niet toegelaten wordt door de CTGB (college voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden), dan geven wij dat door aan het waterschap of de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA).
In de controle
Nemen we ook een stuk ‘water’ mee. OZHZ is deels bevoegd gezag op het gebied van bodem en rioollozing. Het waterschap is bevoegd gezag voor het oppervlaktewater. We werken daarom veel samen. Hoe zit ’t met afvalstoffen en gewasbeschermingsmiddelen in het water? Worden deze op het water of het riool geloosd en mag dat volgens de richtlijnen? Dit is één van de weinige sectoren waarbij milieu en water zó nauw verbonden zijn. Deze sector kán namelijk niet zonder water, vertelt een toezichthouder.
Checklist; voldoet 't bedrijf?
‘’Als toezichthouder letten we op heel veel verschillende zaken, van gewassen tot aan glasoppervlak en van ondergronden tot aan keurmerken. Maar ook stookinstallaties, gevaarlijke stoffen én of er onderhoud is uitgevoerd. Vergelijk het met een auto: je voert onderhoud uit en eens in de zoveel jaar APK. Dat geldt ook voor stookinstallaties. Daarnaast lopen we afvalstoffen steekproefsgewijs door. Zo kijken we naar PGS 30-tanks (brandstoffen) – en PGS 31-thanks (vloeibare meststoffen), die we regelmatig tegenkomen. We checken ook het blusmiddel – daarvoor zijn we overigens niet overal bevoegd. We letten dus ook op de veiligheid.’’
Controle op warmtekrachtkoppelingen
‘’In de glastuinbouw komen we vaak warmtekrachtkoppelingen (WWK) tegen. Vooral de ‘grotere spelers’ hebben een WWK staan. Je stookt dan met gas; daar maken ze warmte én elektriciteit mee. Nu draaien ze volop omdat de gasprijzen relatief laag zijn en de energieprijs gunstig is. Bij een bepaald vermogen van een WWK, is het verplicht om een rookgasreiniger te hebben. Daar controleren we ook op. Geen enkel bedrijf werkt hetzelfde. Zo bepaalt het teeltoppervlak, het gewas én de techniek van een bedrijf hoe watersystemen en installaties worden opgebouwd.
Verschillende afnemers; van kleinere tot grote supermarkten
‘’Wie is je afnemer? Een grote supermarkt of kleinere ondernemers? Zo moeten bedrijven die leveren aan grote supermarkten aan strenge eisen voldoen. Werken ze met vloeibare of vaste meststoffen? Daar moeten we goed op letten, omdat daar weleens slordig mee wordt omgegaan. Daar spreken we hen dan op aan. Ook dát is onze rol.
Kennis en ervaringen uitwisselen
‘’We nemen ook deel in een klankbordgroep glastuinbouw. Samen met de waterschappen, het Ministerie van Infrastructuur & Waterstaat (I&W), andere omgevingsdiensten en LTO Glastuinbouw NL. Zo delen we ervaringen en wisselen we kennis uit.’’
Wat kan er mis gaan?
‘’We troffen weleens 10 kilo rattengif aan. Dat mag alleen gebruikt worden door een erkende toepasser. Dit kwamen we per toeval tegen in de gewasbeschermingsmiddelenkast. Dat leggen we dan voor aan het Waterschap of NVWA. We komen ook wel eens gevaarlijke stoffen tegen zonder de juiste opslagvoorzieningen of SCIOS-keuringen (certificaten) die verlopen zijn bij stookinstallaties.’’