Ook hier is 'grondig' onderzoek nodig

Maar vaak zie je vanaf de buitenkant niet of grond schoon of vervuild is. Die vervuiling bestaat namelijk uit kleine deeltjes. Bijvoorbeeld PFAS, schadelijke bestrijdingsmiddelen of lood. Dat laatste kan erg gevaarlijk zijn voor de gezondheid van kinderen. Anne en haar collega’s zorgen ervoor dat vervuilde grond niet op de verkeerde plek terechtkomt.

Ze legt graag uit hoe dat in zijn werk gaat: “Als een bouwbedrijf grond wil gebruiken voor zijn project, dan moet dat gemeld worden wij meldpunt bodemkwaliteit. Vervolgens komt de melding binnen bij ons. Wij kijken dan waar die grond vandaan komt en of de kwaliteit goed is. In de meeste gevallen komt het van de grondbank of van een ander bouwproject.” De grondbank ik een organisatie die grond inzamelt, keurt en weer afgeeft voor hergebruik.

We willen weten of er gevaarlijke of vervuilde stoffen in zitten. En waarvoor het bouwbedrijf de grond gaat gebruiken. Voor een industrieterrein hoeft de grond minder schoon te zijn dan voor een woonwijk of een weiland. Ook belangrijk: waar gaat het bouwbedrijf de grond gebruiken? De stelregel is dat u de grond die er al ligt, niet viezer mag maken. Op een schoon stuk land, mag u dus geen vervuilde grond gebruiken.”

Deze beoordeling aan de voorkant doet Anne niet zelf. Zij is toezichthouder en controleert bij de toepassing of alles volgens de regels verloopt. Maar de beoordeling is wel belangrijk voor haar werk: “Als de beoordeling al niet soepel verloopt, is dat een reden om de toepassing extra goed in de gaten te houden. Dan gaan we bijvoorbeeld langs op de bouwplaats waar de grond gebruikt gaat worden. En dan controleren we of het ook wel echt om de grond gaat die het bedrijf heeft opgegeven. En dat ze niet vervuilde grond willen gebruiken waar dat niet mag. We doen zo’n controle meestal aan de hand van documenten. In sommige gevallen nemen we ook een bodemmonster om de kwaliteit te laten controleren. Gelukkig is er negen van de tien keer niets aan de hand.”

De toezichthouders van OZHZ controleren niet alleen projecten die aangemeld zijn.

Ze zijn ook bezig met gebiedscontroles. Ze gaan dan op zoek naar locaties waar werkzaamheden plaatsvinden die niet gemeld zijn. “Als je zo’n locatie tegenkomt, ga je natuurlijk eerst met de eigenaar of de projectleider in gesprek. Je wilt weten of er grond wordt gebruik die van een andere locatie komt. Als dat zo is, dan willen we meteen weten waar die grond vandaan komt. Kan de projectleider dat niet laten zien? Dan komt het project stil te liggen. De grond mag niet gebruikt worden zonder onze toestemming. Eerst willen wij weten wat de kwaliteit is en of die grond gebruikt mag worden voor dat project.”

Zo zijn Anne en haar teamgenoten dag in dag uit bezig met de grond waarop wij leven. Om ervoor te zorgen dat onze grond schoon blijft. Belangrijk werk, zeker nu er zoveel woonwijken bijgebouwd worden. Maar wat nu als je een nieuwe tuin krijgt? Moet je je dan ook zorgen maken over de grondkwaliteit? “Je kunt altijd de kwaliteit van je grond laten onderzoeken,” legt Anne uit. “Maar in de meeste gevallen zal dat niet nodig zijn. Ik vermoed dat de meeste mensen niet zelf die 15 tot 20 kuub gaan afvoeren. Daar schakel je een bedrijf voor in. En je mag ervan uitgaan dat dat bedrijf weet waar het heen moet.”

Andersom heb je wel wat meer verantwoordelijkheid: als je grond krijgt.

“Soms komen we dat tegen bij bijvoorbeeld boeren, particulieren . Die zijn dan toch niet helemaal op de hoogte van wat voor soort grond zij krijgen. En of dat eigenlijk wel geschikt is voor hun land. Dus ik zou iedere ontvanger van grond wel aanraden om altijd de kwaliteit op te vragen van de grond die ze krijgen.”