OZHZ is totaal geen typische stoffige overheidsorganisatie. Er zit pit in deze dienst.
Rian
Rian Vink, Corné Bossers en Chanda Muamba. Drie totaal verschillende mensen in totaal verschillende functies die op het eerste gezicht maar één ding gemeen hebben: ze werken bij omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid. Rian al de volle 10 jaar. Corné relatief kort: 10 maanden. Chanda is het echte groentje: zij werkt pas 10 weken bij OZHZ. Samen blikken ze terug op hun tijd bij de omgevingsdienst en denken zij na over de toekomst van OZHZ.
Nog wat onwennig zitten Corné en Rian tegenover elkaar. Op ruim 1,5 meter in het verder zo goed als uitgestorven kantoor van OZHZ. Tussen hen in staat een tablet. Chanda doet namelijk mee vanuit huis, vanwege een fikse verkoudheid.
“Wat eh, wat doen jullie eigenlijk?” Corné trapt het gesprek af, met een brutale glimlach. “Ja, ik ben hier begonnen in coronatijd en ik ken nog lang niet iedereen. Dus altijd als ik een collega tegenkom die ik nog niet ken vraag ik het altijd maar gewoon.”
Rian: “Ja, heel goed dat je het zegt Corné. Ik ben unitmanager. En wat doet een unitmanager? Ik zeg voor de grap weleens: een unitmanager heeft van veel dingen een klein beetje verstand, maar weet nergens echt veel van. En daar zit natuurlijk wel een kern van waarheid in. De unitmanager is wat mij betreft een soort manusje van alles die overzicht heeft op de collega’s en producten van de unit. Ik houd me bezig met allerlei verschillende dingen. En daarom vind ik mijn werk ook zo leuk.”
Corné: “Welke unit doe je?”
Rian: “JAO, de juridische adviezen en vergunningen bodem.”
Corné, lachend: “Al die afkortingen zitten er nog niet in bij mij hoor!”
Rian en Chanda lachen mee. “En wat doe jij dan, Corné?” vraagt Rian oprecht geïnteresseerd.
Corné: “Ik ben inspecteur Wet natuurbescherming. Ik houd me voornamelijk bezig met jacht, beheer en schadebestrijding, stroperij en soortenbescherming. Dat betekent dus dat ik controleer of het doden of verplaatsen van dieren en nesten wel op een legale manier gebeurt. Ik ben daarvoor veel buiten en dat wil ik ook graag. Bij mijn vorige werkgever had ik een binnenfunctie, maar dat is niets voor mij. En jij Chanda?”
Chanda: “Ik ben vergunningverlener voor de bouw. Dus als iemand iets wil bouwen of verbouwen, dan beoordeel ik of dat mag volgens het bestemmingsplan.
Dat de drie collega’s elkaar nog niet kenden, komt natuurlijk ook door de coronacrisis. Chanda en Corné hebben het grootste deel van hun tijd bij OZHZ te maken gehad met maatregelen waardoor ze minder vaak op kantoor konden komen.
Chanda: “Ik ben begonnen tijdens de lockdown, dus dat is wel heel raar. De eerste dag kwam ik in een bijna leeg kantoor. Gelukkig werd ik warm opgevangen en heb ik zelfs al twee collega’s kunnen ontmoeten. Die vertelden meteen dat het een heel hecht team is. Daardoor maakte OZHZ wel direct een hele goede indruk. Bij OZHZ word je echt gezien als mens en daardoor is er een hele fijne sfeer. Dat merkte ik al tijdens de sollicitatiegesprekken met mijn unitmanager.”
Rian: “Ik heb ook nog wel een leuke anekdote over mijn eerste werkdag. Ik kwam op een tweepersoonskamer te zitten en een van de eerste reacties van mijn collega was zo ongeveer: o dus je bent geen dame? Er was bijna een soort teleurstelling, omdat hij had gerekend op een dame terwijl nu een man tegenover ‘m kwam zitten.”
“Ja zoiets onthoud je wel,” lacht Corné. “Ik vond mijn eerste dag heel prettig. Het was vooral lekker praktisch. Gericht op wat ik nodig heb om hier te werken. Dat was precies wat ik op dat moment nodig had.”
OZHZ is totaal geen typische stoffige overheidsorganisatie. Er zit pit in deze dienst.
Rian
Ondanks het verschil in dienstjaren, kijken Chanda, Corné en Rian op dezelfde manier naar OZHZ. Ze zien een hele menselijke organisatie die bulkt van de gedrevenheid en passie voor het vak.
Rian: “Ik zie dat onze collega’s 100% voor hun vak gaan. Ze zijn ook echt trots op wat ze doen. Voor mij is dat echt een verschil met 10 jaar geleden. Toen waren we meer bescheiden. Ik vertelde in die tijd ook veel minder vaak over mijn werk op bijvoorbeeld verjaardagen. Dat is nu wel anders. Dat komt ook doordat OZHZ totaal geen typische stoffige overheidsorganisatie is. Er zit pit in deze dienst.”
Chanda: “Voordat ik hier kwam werken, had ik niet echt een beeld van de omgevingsdienst. Ik ging er alleen vanuit dat de organisatie iets deed met de omgeving. Maar ik had nooit geweten dat er zoveel expertise zou zijn. En dat is ook echt zo.”
Corné: “Ik zie ook zoveel kennis in deze organisatie. Het is typisch OZHZ dat iedereen gerespecteerd wordt vanwege zijn of haar specifieke kennis. Soms is dat ook wel lastig. Als ik bijvoorbeeld in gesprek ben met collega’s over brandveiligheid, kunnen ze zomaar plotseling de diepte in gaan. En dan snap ik er in een keer niks meer van!” Hij zegt het met een brede lach. “Maar het is ook typisch OZHZ dat die specifieke kennis ingezet wordt voor de organisatie. Zo heb ik vanuit mijn vorige functie best wat kennis over boten. En er ligt al een aantal jaren een besluit op de plank om voor OZHZ een boot te vervangen. Nu mag ik daarmee aan de slag gaan en zorgen dat die boot er komt. Terwijl dat helemaal niet bij mijn functie hoort.”
Het is typisch OZHZ dat iedereen gerespecteerd wordt vanwege zijn of haar specifieke kennis.
Corné
Corné: “Door de decentralisatie van overheidstaken naar lagere overheden moeten organisaties vaak dezelfde onderwerpen uitwerken, en implementeren. Je krijgt dus ruimte om zelf nieuwe dingen te bedenken. Dat is aan de ene kant heel fijn. Maar soms maak ik me er ook wel een beetje zorgen over. Dan vraag ik me af: kan het niet efficiënter? Dan zit ik hier iets uit te vinden en bel ik mijn collega van de Regionale uitvoeringsdienst Zeeland en die zegt: ‘o, dat hebben wij vorige maand gedaan’. Dat is wel een gemiste kans, vind ik.”
Rian: “Dat heeft natuurlijk alles te maken met hoe we als OZHZ omgaan met de buitenwereld. Ik heb de afgelopen 10 jaar een enorme ontwikkeling gezien op dat gebied. In het begin waren we veel meer op onszelf gericht. De cultuur was ook recht toe recht aan. Als ergens iets niet klopte ging er bij wijze van spreken direct een sanctie op. Of er ook andere oplossingen waren, had toen veel minder onze aandacht. Nu werken we veel beter samen met onze omgeving. Met onze opdrachtgevers en bestuurders en met andere ketenpartners. Soms is dat ingewikkeld maar zeker ook uitdagend. Tegenwoordig gaan we gewoon in gesprek.”
Corné: “En hoe zie je dat verder gaan de komende tien jaar?”
Rian: “Ik denk dat deze ontwikkeling nog niet klaar is. We kunnen nog steeds meer halen uit een betere samenwerking met andere organisaties. Nóg beter begrijpen waar een gemeente, of provincie, waterschap of veiligheidsregio behoefte aan heeft en daarop inspelen. Kijk ook naar de Omgevingswet. Die vraagt nog meer integraliteit en samenwerking van ons. En jullie Chanda en Corné, hoe hopen jullie dat OZHZ de komende jaren zich ontwikkelt?”
Chanda: “Dat vind ik moeilijk te zeggen, omdat ik er nog maar zo kort zit. Maar ik zie wel dat er in mijn vak een structureel probleem is waar OZHZ een oplossing voor zou moeten vinden. Er komt binnen vergunningverlening namelijk altijd een moment dat er te veel werk is voor het aantal mensen dat er werkt. Nu wordt die drukte opgevangen met inhuurkrachten. Maar ik vraag me af of dat echt een structurele oplossing is. Dus ik hoop dat we daar iets aan kunnen doen.”
Corné: “Ik hoop vooral dat mijn werk stabiel blijft. Dat er niet al te veel verandert door politieke beslissingen. Ik zie namelijk wel dat opdrachtgevers zoals de provincie best wel veel invloed hebben op ons werk. Maar wij moeten daar onze kennis en trots tegenover zetten. Zodat we kunnen blijven doen waar we goed in zijn.”